Verbinding met het werkveld is meer dan ooit bepalend voor toekomstige instroom en doelmatigheid

Op de website van Scienceguide lazen we dat de instroom van nieuwe studenten in het hbo na het eerste coronajaar 2020 terugvalt. De informatie is afkomstig van definitieve instroomcijfers van 2021 van de Vereniging Hogescholen en UNL (voorheen de VSNU). De masterinstroom op universiteiten groeide met bijna 20% in 2020 ten opzichte van 2019. In 2021 is dit teruggelopen tot 1,6 procent. De instroom voor de wo-bachelors is in 2021 gedaald (-3,8%). De instroom in het hbo is in 2021 met bijna 9% gedaald. Dit hangt af van factoren zoals regio, demografie en de samenstelling van het portfolio.

 

Instroomverschillen

Uit de instroomcijfers blijkt dat hogescholen in de Randstad het beter doen dan bijvoorbeeld de regio Brainport. Daarbij is te zien dat toerisme- en evenementenopleidingen en economische opleidingen het minder goed doen. De eerstgenoemde soort opleidingen is hard geraakt door de pandemie. De economische opleidingen (instroom 2021: -11%) zitten al langer in een dalende trend, maar aanpassingen in het portfolio kunnen de terugval niet opvangen.

 

Beroepen veranderen of verdwijnen

Meerjarige OCW-analyses van de VO-uitstroomprofielen en de regionale demografische ontwikkelingen laten al langer zien dat de dalende trend niet iets tijdelijks is. Voor economische opleidingen geldt ook nog dat de beroepen waarvoor wordt opgeleid sterk veranderen. Ook dit is geen nieuws. Economisch-administratieve banen op mbo-4 niveau verdwijnen, met gevolgen voor managementfuncties op hbo-niveau. Fysieke retail maakt plaats voor online retail. Datzelfde geldt voor marketing en communicatieopleidingen. Ook de beroepen voor deze opleidingen veranderen snel, al komen nog een groot deel van de afgestudeerden in marketing-achtige beroepen terecht. Tenslotte gaan de ontwikkelingen in logistiek en distributie enorm snel. Zo heeft de automatisering van warehouses enorme impact op het soort en aantal benodigde medewerkers op mbo- en hbo-niveau.

Portfoliomanagement en innovatie

Veranderingen in het portfolio van onderwijsinstellingen is een kwestie van lange adem. Het is essentieel om op tijd te beginnen met de juiste voedingsbodem voor verandering. Vanuit een integrale, strategische visie moet er ruimte zijn om een gekozen set van ‘echt’ nieuwe opleidingen vanuit een totaal andere invalshoek te bekijken. Deze visie zou overigens grotendeels door de lectoren moeten worden onderschreven. Zij zijn niet alleen de belangrijkste stakeholder voor de verbinding van onderzoek en onderwijs; lectoren zouden ook de aanjagers van innovatie van het onderwijsportfolio moeten zijn. Liefst interdisciplinair, in samenwerking met andere onderwijsinstellingen, als daar meer expertise is. Denk in dit verband voor het economisch onderwijsdomein eens aan gespecialiseerde opleidingen op het gebied van, bijvoorbeeld, healthcare & organisatie, small business & data science of consumers & sensors etc. Buzzwords? Ja, vast. Groeipotentie en maatschappelijke relevantie? Ja zeker. Uiteraard kunnen studenten zelf via minoren en keuzevakken zelf een dergelijke signatuur aan hun opleiding geven, maar dit is niet voldoende. Om als opleiding te kunnen blijven bestaan en echt van toegevoegde waarde te blijven voor het werkveld moet de samenwerking met dat werkveld strategisch en langdurig [HvdW1] zijn. Strategisch passend in het toekomstgerichte en doelmatige opleidingsportfolio gericht op specialistische kennisvermeerdering, informatieverzameling en praktijkrelevant onderzoek. Bijvoorbeeld op een onderwerp als fotonica. Daarbij mag het onderwijsinstellingen niet ontbreken aan actuele en dynamische data om studenten in een realistische setting te laten oefenen en onderzoek te laten doen. Een vooruitdenkende hogeschool of universiteit anticipeert hierop door ‘data-samenwerkingsverbanden’ aan te gaan met bedrijven, instellingen of koepels van bedrijven binnen een specialistisch onderwerp.  Het gevolg van een gezonde ruilrelatie is dat de opbrengsten en toepassingen uit het onderzoek weer terugvloeien naar de eigenaren van de data en naar het onderwijs. Voor andere (krimpende) domeinen en onderwerpen, bijvoorbeeld agro en food, geldt min of meer hetzelfde. Deze terreinen zijn maatschappelijk en economisch zeer relevant en bovendien interessant voor een doelgroep intrinsiek gemotiveerde studenten.  Agro en food kunnen in een toekomstgerichte opleiding bijvoorbeeld nadrukkelijk worden verbonden aan kennis over de toekomst van de Europese landbouw of Europese regelgeving. Afgestudeerden kunnen aan de slag bij overheid, internationale producenten, koepelorganisaties en kwaliteits- en controlerende instellingen. Daarbij zijn Engelstalige opleidingen ook interessant voor internationaal (EU) studenttalent. Kijk eens naar de lange termijn agenda’s en enorme bedragen die worden gereserveerd voor de herstructurering en vernieuwing van bedrijfstakken (aquamarine) of versnelling van essentiële industrieën (microchips). Dit zal gevolgen hebben voor van grote en kleine bedrijven. Het onderwijs moet en kan hierop vanuit een inhoudelijke portfoliostrategie inspelen.


Doelmatig in de toekomst

De doelmatigheidsvraag moet gesteld worden, maar is niet altijd te beantwoorden op basis van wat we nu zien en weten. Nieuwe technische opleidingen zijn door de enorme krapte op de arbeidsmarkt per definitie doelmatig, maar nieuwe economische opleidingen zouden zeker ook doelmatig kunnen zijn als ze zijn afgestemd op hoe organisaties en verdienmodellen er over 10 jaar uitzien, bijvoorbeeld in de zorg, de landbouw en zakelijke dienstensector.

 

Tenslotte

De grote dooddoener is het tekort aan studenten met de juiste interesse en een geschikt profiel. Initiatieven om daar wat aan te doen zijn tot op zekere hoogte effectief, maar misschien moet de politiek toch eens nadenken over het bekostigingssysteem. Stimuleer in financiële zin de keuze voor opleidingen die inspelen op een toekomstige schaarste, waarbij het dus niet uitmaakt of het een technische of economische opleiding is. Het onderwijsaanbod is een essentieel middel om mens en samenleving tot bloei, welvaart en vooruitgang te brengen en geen doel op zich.

Vorige
Vorige

Handreiking CDHO Macrodoelmatigheid 2022

Volgende
Volgende

Corona heeft flink effect op opleidingsbeleid van bedrijven