Positief effect STAP-opleidingssubsidie nog onduidelijk

In het tweede kwartaal van 2022 heeft NIDAP wederom de leerwensen van circa 7.000 werkende professionals onderzocht.  Er zijn vragen gesteld over het STAP-budget. Het STAP-budget is een subsidie verstrekt door de Rijksoverheid aan zowel werkzoekenden als werkenden.  Het doel is om mensen in staat te stellen om scholing te volgen, gericht op versterking van hun arbeidsmarktpositie.

Het is niet duidelijk of de regeling ook echt nieuwe groepen weet te bereiken. Het lijkt er sterk op dat het maximumbedrag (1.000 euro) hoofdzakelijk de deelname aan kortlopend en relatief goedkoop cursorisch onderwijs zal stimuleren. Het valt te betwijfelen of de deelnemer met bijvoorbeeld een mbo-vooropleiding hiermee echt geholpen is. Langer lopende en intensieve (en dus duurdere) opleidingen en cursussen hebben doorgaans een groter effect op de arbeidsmarktpositie. Daarnaast schuilt het gevaar dat de STAP-subsidie voor een groot deel terechtkomt bij hoger opgeleiden, die het vaak minder nodig hebben.

De bekendheid lijkt wel te groeien 

Eén op de vijf werkenden is goed op de hoogte van het bestaan van het budget maar ongeveer de helft is er nog helemaal niet mee bekend. Wo- of Hbo-opgeleiden zijn vaker goed op de hoogte van de regeling dan mensen met een Mbo-achtergrond.  Veel weten nog niet waar zij het STAP-budget voor zouden willen gebruiken, maar zijn wél geïnteresseerd in het gebruik van deze subsidie.

Een aantal van hen zou het willen gebruiken om congressen of conferenties te bezoeken, en zelfs om werkbenodigdheden zoals een laptop aan te schaffen. Dit zijn zaken waar deze subsidie niet voor wordt toegekend. Dit illustreert dat het STAP-budget, en de voorwaarden die eraan verbonden zijn, misschien nog niet genoeg bekend zijn onder professionals.

Deelnamebereidheid: verschillen tussen Mbo’ers en Hbo / Wo’ers

Momenteel wil een kwart van de professionals het STAP-budget zeker voor zichzelf aanvragen. Bijna de helft zou dit ‘misschien’ doen. Het enthousiasme is groter bij jongere professionals onder de 36 jaar. Ook lijken hoger opgeleiden iets enthousiaster te zijn dan mensen met een Mbo-opleiding: Eén op de vijf van werkenden met een Mbo-diploma wil het STAP-budget zeker aanvragen t.o.v. iets meer dan een kwart van de mensen met een hbo- of wo-vooropleiding.

Zelf geld bijleggen

Het STAP budget subsidieert bij- of omscholing tot 1.000 euro per jaar. Vaak kosten opleidingen, trainingen of cursussen meer dan 1000 euro. Het merendeel van de respondenten is bereid om een deel van de extra opleidingskosten te financieren. Bij mensen met een Mbo-vooropleiding ligt die bereidheid lager. De maximale subsidie leidt er dus mogelijk toe dat mensen voor wie dat het meest nodig is minder diplomaopleidingen willen gaan volgen, bijvoorbeeld doordat zij zelf of hun werkgever meer moeten bijbetalen.

Scholingsaftrek

Het afschaffen van de aftrekbaarheid maakt voor circa één op de drie respondenten de kans groter dat zij het STAP-budget zullen aanvragen. Een op de vijf werkenden verwacht dat werkgevers méér zullen moeten meebetalen aan scholingskosten als gevolg van de afschaffing van de scholingsaftrek.

Discrepantie vraag en aanbod

Sectoren waarin respondenten vooral aangaven te willen bijscholen zijn Verpleging & Verzorging, (medische) Zorg, Techniek, Bouwtechnische functies, Onderwijs/Pedagogiek (zowel leerkrachten als andere functies) en Management/Bedrijfskunde. Uit cijfers van de UWV (UWV Factsheet 2022 STAP) blijkt dat er nog betrekkelijk weinig bouw- of technische opleidingen worden gevolgd met STAP. Mogelijk worden dergelijke opleidingen niet veel aangeboden als korte cursus.

Het zou mooi zijn als juist de groepen die doorgaans die minder geneigd zijn om scholing te volgen met de STAP-regeling worden gestimuleerd om toch een cursus of opleiding te gaan doen die hun positie op de arbeidsmarkt verbetert. Dit is bij de ‘NL leert door’-regeling niet goed gelukt (zie bijvoorbeeld ‘De Overheid schiet met hagel’, 26 januari 2022 in de Groene Amsterdammer).

Cursisten kunnen slechts één keer per jaar gebruik maken van het STAP-budget.  Ook als ze een cursus van 250 euro volgen. Voor gebruikers van het STAP-budget doet de prijs van de cursus er dus niet toe zolang die de 1000 euro niet overstijgt. Een voorzienbaar gevolg is dat opleiders hun prijzen navenant verhogen. Uit onderzoek van RTL-nieuws lijkt dit in sommige gevallen inderdaad het geval te zijn.

De STAP-subsidiepot wordt elke twee maanden bijgevuld en is binnen enkele uren of dagen leeg. De cursist moet wachten op de volgende subsidieronde en hopen dat het dan wel lukt. Het plannen van een opleiding naast werk en privéleven wordt daardoor lastig.

Vorige
Vorige

Tien belangrijkste vragen bij het volgen van een opleiding of cursus

Volgende
Volgende

Universiteiten bewegen zich steeds actiever in de LLO-markt: de top 10 opleiders met hoge voorkeur van niet-leidinggevenden