De afbraak van taal- en cultuurstudies

Wat verliezen we als we kleine opleidingen schrappen?

Artikel van Marieke Peters, zelf een alumnus van Keltische Talen. Marieke werkt als onderzoeker voor NIDAP, hoofdzakelijk op het gebied van macrodoelmatigheid en portfolioanalyse. Voor vragen of feedback: mariekepeters@nidap.com

In de Miljoenennota 2025 werd aangekondigd dat er structureel één miljard bezuinigd zou worden op hoger onderwijs en wetenschap. Hoewel deze aangekondigde bezuinigingen deels werden teruggedraaid, moet er, na de extra bezuinigingen aangekondigd in de Voorjaarsnota van dit jaar, alsnog meer dan een half miljard bespaard worden.

Zelfs voordat deze forse bezuinigingen deels werden teruggedraaid, werden de effecten al gevoeld. De bezuinigingsplannen van universiteiten lijken een specifieke groep opleidingen bovenmatig te raken, namelijk opleidingen op het gebied van taal en cultuur. Het resultaat is de langzaam maar zekere afbraak van het academisch taal- en cultuuronderwijs in ons land.

Verdwijnende opleidingen

Aan het eind van 2024 kondigde Universiteit Leiden het voornemen aan om de opleidingen Italiaans, Frans en Duits samen te smelten tot een brede bachelor Europese talen en culturen. Ook Chinees, Japans, Koreaans en Zuidoost-Aziëstudies zouden worden opgenomen in een brede bachelor genaamd Aziëstudies. Bij de opleidingen Taalwetenschap en Oude Nabije Oosten-studies zou het aantal specialisaties substantieel verminderd worden. Bij Midden-Oostenstudies zouden helemaal géén specialisaties (zoals Turks, Islamstudies en Arabisch) meer aangeboden worden. De bacheloropleidingen Latijns-Amerikastudies en African Studies zouden zelfs helemaal verdwijnen.

Universiteit Utrecht kondigde rond dezelfde tijd aan te stoppen met zes opleidingen binnen de Faculteit Geesteswetenschappen: de opleidingen Duits, Frans, Islam en Arabisch, Italiaans, Keltisch en Religiewetenschappen. Hoewel deze opleidingen niet meer in zelfstandige vorm zullen bestaan, wil de Faculteit Geesteswetenschappen er wel voor zorgen dat de inhoud en expertise van deze opleidingen behouden blijft.

Niet alle maatregelen die door Universiteit Leiden werden aangekondigd zijn uiteindelijk doorgevoerd. Desondanks is de breedte en inhoud van het onderwijsaanbod op het gebied van taal en cultuur aanzienlijk ingeperkt. De door Universiteit Utrecht aangekondigde maatregelen werden niet herzien: september dit jaar begonnen de laatste studenten aan hun eerste jaar.

Kleine opleidingen

De algemene redenering achter het schrappen van deze opleidingen is dat ze vanwege hun kleine studentenaantallen niet rendabel zijn. NIDAP heeft, op basis van openbare data gepubliceerd door DUO, een dashboard gecreëerd waarin de instroom van alle opleidingen binnen het hoger onderwijs vergeleken kan worden.[1] Hiervoor zijn alle opleidingen door NIDAP gecategoriseerd in hoofd- en subcategorieën, waarbij ook een aparte subcategorie ‘Taal- en Cultuurstudies’ is gemaakt. Daaronder vallen alle opleidingen op het gebied van taal, taalwetenschap en vertalen. We tonen in de tabel hieronder de 10 opleidingscategorieën met de kleinste gemiddelde aantallen studenten in 2024. Ook wordt het totaal aantal studenten en opleidingen per categorie getoond.

[1] https://www.nidap.com/kerncijfers-opleidingen

Zoals in de tabel te zien is, staat de categorie ‘Taal- en Cultuurstudies’ met gemiddeld slechts 25 studenten per opleiding op de tweede plaats. Hoewel er ook andere opleidingen zijn met een klein gemiddeld aantal studenten, neemt ‘Taal- en Cultuurstudies’ een unieke, maar ongelukkige positie in, omdat er tegelijkertijd sprake is van een dalend aantal studenten en een zeer hoog aantal opleidingen.

Op basis hiervan lijkt het dus een logische keuze om binnen deze categorie te beginnen met bezuinigen.

Geen effectieve bezuiniging

Het schrappen van deze kleine opleidingen op het gebied van taal en cultuur bespaart universiteiten echter amper geld, volgens hoogleraar Keltische talen en cultuur Peter Schrijver. In een artikel voor de NRC spreekt hij over ‘bestuurlijke stoerdoenerij’, aangezien volledige opleidingen door de universiteiten worden geschrapt terwijl het onderwijspersoneel grotendeels in dienst blijft en het onderwijs niet geheel verdwijnt.

We lazen eerder al dat sommige opleidingen samengenomen worden onder brede noemers (bijv. Aziëstudies). Andere opleidingen gaan samen onder een nieuwe, meer marktgerichte titel (Islam & Arabisch en Religiewetenschappen worden samen Politiek, cultuur en religie) of worden opgenomen binnen een bestaande opleiding (Keltisch wordt mogelijk onderdeel van de opleiding Engels). Volgens de Universiteit Utrecht wordt de kennis uit deze vakgebieden op deze manier toegankelijk voor een grotere groep studenten en blijft deze beschikbaar binnen de maatschappij. Er bestaat echter ook de mogelijkheid dat het identiteitsverlies van deze opleidingen zal leiden tot een verlies van diepgaande expertise.

Peter Schrijver benoemt in het artikel ook het feit dat opleidingen met een kleine instroom middels populaire bijvakken óók geld opbrengen. Voor de opleiding Keltische talen en cultuur zijn dit bijvoorbeeld Introduction to Celtic Studies, From Táin to Tolkien and Beyond en Literature and History of the Medieval Celts, die allen ongeveer 40-50 studenten per jaar trekken.[1]

Daarnaast hebben deze opleidingen meestal slechts enkele stafleden in dienst, wat de loonkosten ten opzichte van grote opleidingen beperkt. Het is dus nog maar de vraag of het schrappen van deze opleidingen een groot financieel voordeel oplevert.

Permanent verlies

Behalve bezuinigingen in het hoger onderwijs is er op dit moment ook sprake van een demografische krimp. Dit betekent dat de komende 10 tot 15 jaar überhaupt steeds minder studenten zullen beginnen aan een studie. Voor universiteiten heeft dit grote financiële gevolgen. Het zal daardoor verleidelijk zijn voor besturen van universiteiten om nog verder te bezuinigen op kleine opleidingen. Het zijn vaak de taal- en cultuurstudies die dan in het vizier komen.

Maar eenmaal verloren zijn deze opleidingen niet meer eenvoudig terug te brengen. Voor dit soort studies is het uitzonderlijk lastig om door de procedure voor nieuwe opleidingen te komen. In die procedure wordt namelijk vooral gekeken naar het arbeidsmarktperspectief van afgestudeerden. Het beroepsprofiel van afgestudeerden van een opleiding als Keltische studies is echter diffuus. De één, zoals de auteur van dit artikel, wordt arbeidsmarktonderzoeker terwijl de ander een boekenreeks als The Lord of the Rings schrijft. De ‘behoefte’ aan hen is lastig te kwantificeren. Dat is echter wel een harde eis die wordt gesteld aan nieuwe opleidingen.

De besturen van universiteiten die van oudsher een sterke positie in taal- en cultuurstudies hebben – zoals Universiteit Leiden, Universiteit van Amsterdam, Universiteit Utrecht en de Rijksuniversiteit Groningen – zullen een strategie moeten ontwikkelen waarbij de kennis en expertise uit deze opleidingen niet verloren gaan. Doordat opleidingen hun eigen identiteit verliezen en gereduceerd worden tot slechts enkele vakken binnen bredere opleidingen verdwijnt de diepgaande specialistische kennis uiteindelijk toch.

Als universiteiten hier geen antwoord op bedenken, dan voorzien we de komende 15 jaar een grote verarming en verlies aan diversiteit op het gebied van academische taal- en cultuurstudies in Nederland. Zoals gezegd: unieke opleidingen zoals Keltische talen en cultuur en African Studies gaan voorgoed verloren wanneer ze eenmaal zijn geschrapt. Dit is misschien te verantwoorden binnen een stelsel dat zuiver marktgedreven kijkt naar het bestaansrecht van opleidingen, maar van universiteiten mag verwacht worden dat ze ook oog houden voor de intrinsieke waarde van kennis. Doen ze dat niet, dan zal het taal- en cultuuronderwijs stukje bij beetje verdwijnen.

In een volgend artikel gaan we verder in op de instrumentalisering van het hoger onderwijs, en trekken wij de wenselijkheid en effectiviteit hiervan in twijfel.

[1] Persoonlijke communicatie met Froukje Kooistra, docent bij de Bachelor Keltische talen en cultuur.

Bronnen: